Bij hoge uitzondering maak ik deze keer plaats voor een verhaal geschreven met een andere pen. Dirk is onlangs bij ons in New Orleans op bezoek geweest na 7 maanden in Zuid Amerika rondgezworven te hebben. Aan hem de eer om zijn verhaal te vertellen.
Een week meedraaien in het verhaal ‘Verberne
& Vinck in de Verenigde Staten’
Disclaimer: Ondanks dat ik een vaste
volger ben van Thijs zijn blog, ben ik toch een hoop vergeten en zullen er dus
overlappingen met zijn eerdere verhalen zijn. Bij voorbaat mijn excuses. Sit
back & enjoy!
New Orleans als een toerist
Vele tips die ik heb gekregen van Amerikanen, voordat ik aankwam in New
Orleans, kwamen op hetzelfde neer: ga feesten op Bourbon Street, genieten van
de muziek in Frenchmen Street, beignets eten bij Café du Monde,
lopen langs de Mississippi, maar vooral het struinen door het French Quarter
zou leuk moeten zijn. En bijna iedereen zei hierbij dezelfde zin: ‘New Orleans
is not typical American. It’s a
city like no other in the United States.’ Met dit in het
achterhoofd kom ik woensdag 9 oktober aan in New Orleans (NOLA voor insiders).
Thijs en Vivian nemen me die dag mee naar Bourbon Street op woensdagavond, waar
we kralenkettingen vangen (Mardi Gras of niet, kettingen zijn aanwezig), genieten
van de live muziek en een aantal drankjes doen. Een bandje is hier méér dan
alleen muziek: het is entertainment, vaak gericht op interactie met het
publiek. Alcohol vloeit rijkelijk en er heerst een vriendelijke sfeer op de
voor een woensdag toch behoorlijk drukke straten. Opvallend is ook dat wij als
mid-twintigers redelijk jong zijn!
Donderdag doen we Frenchmen Street aan, waar het minder gericht is op uitbundig
feest en meer op genieten van kwaliteitsmuziek. Hier besef ik dat livemuziek hier
de standaard is. Jazzmuziek welteverstaan. Op straat begint het feestje, als we
zien dat een 12-koppige groep de voorbijgangers vermaakt. Het is opzwepend,
vrolijk en klinkt heel goed. We hoppen hierna van tent naar tent (drankjes neem
je mee een nieuwe toko in) en geven onze oren en ogen goed de kost. Een wijk en
een sfeer zoals ik nog nooit ergens anders heb ervaren; en zeker ook een
aanrader.
In het weekend bezoek ik met Vivian een plantage, waar voornamelijk in de 18e
en 19e eeuw slavernij gedreven werd. Eens te meer besef je dat het
land weinig écht oude geschiedenis heeft. Het leven wordt aan ons uitgelegd,
maar helaas kom ik van een koude kermis thuis: er wordt voornamelijk ingegaan
op het leven van de plantagehouders: de slavenhandel en –omstandigheden worden
verzwegen. Maar een prima trip om te doen.
Maandag ga ik bepakt met de Lonely Planet in mijn eentje alle ‘must sees’ af in
het French Quarter. Alles is op loopafstand, en tijdens de tocht kom ik Hop on
Hop off bussen, segway- en fietsgroepen met toeristen tegen. Deze maken
hetzelfde rondje: ze passeren een begraafplaats, zien het Louis Armstrong Park,
gaan door de leuke straten in het French Quarter, een stukje langs de
Mississippi en het Jackson Square. Naar mijn mening is deze ‘snelle’ manier
leuk om wat hoogtepunten mee te pakken, maar je mist juist de essentie van de
stad. Veel bijzondere gebouwen heeft de stad namelijk niet en het park is ook niet
uniek. De begraafplaats is ietwat anders dan de meeste kerkhoven, maar niet iets
wat je ‘niet mag missen’. New Orleans heeft juist cultuur; Als je door de
straten loopt, het leven van lokalen observeert en kleine cafés en restaurants
(juist niet het toeristische Café du Monde) aandoet, leer je het pas echt
kennen. Zoals je doet als je hier al woont voor langere tijd.
Leven in New Orleans
Het leven in Nola verschilt veel van het leven in Nijmegen. Ik wil er een
paar voorbeelden uithalen, die typerend zijn. In steekwoorden: Korte broek,
duur en uitgaan.
Na één dag valt vooral één ding op: New Orleans leeft op airconditioning. Het
is een raar idee dat het in de herfst binnen koeler is dan buiten. De
verkoelingsapparaten werken op volle toeren, omdat het buiten in de zon
behoorlijk warm is. Het lijkt me daarom absoluut geen pretje om in deze stad
een baan te hebben waar je dagelijks in pak moet verschijnen, want zelfs ’s
avonds is een lange broek of jas niet nodig. Gelukkig werkt Thijs voornamelijk
thuis, waardoor hij casual gekleed kan gaan. Bovendien is het
appartementencomplex op dit klimaat gebouwd: het heeft naast de airconditioning
ook een zwembad. Dé ontmoetingsplaats, zo blijkt als ik meerdere keren in de
middag baantjes trek en in de zon ontspan. Ashley, Ruth, Joe en Jonathan,
vrienden van T&V, nemen hier soms ook hun siësta achter de smoes ‘ik ben
aan het werk’ (met een laptop die naast je ligt).
Op woensdag is er een festival in een park, in het weekend was het Voodoo
Festival en Oktoberfest. Je kunt in deze stad letterlijk kiezen waar je van
muziek en bier wilt genieten, want er is altijd wel iets aan de gang. Die
woensdag is de band in het park niet super, maar vanwege goede connecties
scoren we gratis voedsel en drinken we biertjes. Bier zoals Amerikanen dat
kennen… Bud light in een plastic beker voor 6 dollar per stuk. Ook dit festival
is een ontmoetingsplaats en contact wordt snel gelegd. Ik leer dat er
voornamelijk Amerikanen in New Orleans wonen en dat eigenlijk ook alle vrienden
van T&V uit Noord-Amerika komen.
Ik was al gewaarschuwd, maar heb het met eigen ogen mogen ervaren: Gezond eten
kost veel, heel veel geld in de Verenigde Staten. Een 2-liter fles merkcola
kost 1 dollar, 10 sinaasappels in de supermarkt zijn 8 dollar. Fastfood is
goedkoop & overal en altijd beschikbaar, groenten zijn minder prominent
aanwezig dan vlees en vet. Een middag boodschappen doen (met ingrediënten voor
2 avondmaaltijden, ontbijt voor een week en een goede portie fruit) tikt de 100
dollar al aan. Dat is even slikken.
Uitgaan is het doen van een kop koffie in één van de vele koffietentjes,
lunchen in een café of restaurant, dineren met sushi of het kijken van een
Footballwedstrijd in een kroeg. Dit laatste doen we in Tracey’s, een tent waar
je weinig toeristen zult vinden. Supporters van verschillende ploegen zitten
door elkaar en kijken op één van de 16 schermen die de tent rijk is naar
verschillende matchen. Om half 3 is de aanvang van de match; de Saints nemen
het op tegen de Patriots. De sportbeleving is ietwat anders dan de
‘soccerbeleving’ die wij kennen: het is vooral met elkaar praten en met een
schuin oog de wedstrijd volgen. Op het moment dat de Saints een touchdown maken
of een belangrijke onderschepping scoren brult de kroeg ‘Who Dat!’ en volgen
high-fives met onbekenden. Sfeer is er zeker. En als je dan de wedstrijd in de
laatste 10 seconden verliest, sneuvelt er geen glas. Genieten van een mooie
sportwedstrijd is het belangrijkste!
Sociaal
Misschien bleek het al uit het voorgaande stuk: Mensen kennen is ook hier
belangrijk. Mijn snelle oordeel is dat je gemakkelijk veel kennissen opdoet in
Amerika, maar echte vrienden maken is moeilijker. En via oppervlakkige
contacten doe je nog meer oppervlakkige contacten op. Amerikanen zijn de koningen
van de smalltalk: ze ouwehoeren over van alles, huppen van onderwerp naar
onderwerp en praten overdreven positief over dingen. Dit staat toch in contrast
met de Hollandse nuchterheid. Dit merkte ik tijdens de Canadian Thanksgiving
van Ruth, een vriendin van Vivian en Thijs. Met een jonge groep van liefst 30
mensen vieren we deze feestdag. Het wordt uiteindelijk een avond die in mijn
optiek veel wegheeft van een collegeparty, inclusief jello-shots, plastic
borden & DJ Tieske die de muziek verzorgt.
Het is wennen, het is anders dan de directheid die wij Nederlanders hebben,
maar hoe langer je meedraait, hoe meer voordelen je hierin ontdekt. Mensen
lijken optimistischer en klagen minder in het openbaar. De cultuur is anders
dan de onze, maar dit betekent niet dat die slechter is. Wel is er een hoog
‘over jezelf praten’ gehalte, kakelen ze
& worden de GSM’s (te) vaak gebruikt. Op de werkvloer moet je hier
uiteraard in meegaan. Thijs had het al over de ‘So nice talking to you again’
mailtjes (bah), maar ik wil ingaan op een ander punt: het vinden van werk. Uit
Vivian haar situatie maak ik al snel op hoe moeilijk het is om als buitenlander
met Engels als tweede taal een goede, leuke baan te vinden. Vandaar dat dit
binnen dit kopje is toegevoegd: sociale contacten zijn alles. Via-via is het
beste, en als ik zo kijk naar de kennissenkring, zal het niet te lang meer
duren.
Sporten is natuurlijk ook een perfecte gelegenheid om sociaal te zijn:
Teamsport! Alleen zijn de vier populairste sporten in de Verenigde Staten nou
niet echt populair in Nederland: American Football, Honkbal, IJshockey en
Basketball. Verder merk ik op dat iedereen die ik heb ontmoet flink bredere
schouders en armen heeft dan ik: de sportschool is ook berepopulair
(*Cultuur!).
We gaan een aantal avonden naar het park om te voetballen, waar volgens Ties
altijd wel Mexicanen te vinden zijn. Drie voetbalavonden later ontmoeten we
twee andere jongens, maar ik heb geen Mexicaan gezien. Volgens mij moeten we
Thijs z’n blog op dit aspect soms toch met een korreltje zout nemen… Anyway, na
de tweede avond met Eric en Adal nodigen ze Thijs uit om in hun team mee te
doen in een soort 3-tegen-3 competitie. Nederlands voetbaltalent wordt ook op
dit continent erkend .
Dit zijn de drie gezichten van New Orleans die ik mee heb gekregen tijdens het
meedraaien met Vivian en Thijs. Ze hebben me een goed inzicht gegeven in de
stad en hun nieuwe gewoontes. Ik hoop dat ik dit op de juiste manier heb
beschreven. Als je nog twijfels om een keer langs te komen: Doen! De stad is
het waard en het is heel leuk om hun leven hier te leren kennen!
Dirk
Comments